- 24-10-2025 Werkgroep Toegankelijke verkiezingen in Gelderland 2026
- 17-10-2025 Howie the Harp Rotterdam en Basisberaad slaan handen ineen!
- 13-10-2025 Wereld Dakloze Mensen Dag: ook in Rotterdam een succes!
- 11-09-2025 Burgerparticipatie, zet het in je verkiezingsprogramma!
- 09-09-2025 Persbericht: Groen licht voor RIGA-transformatieplan
Wlz-cliëntondersteuning in de praktijk
Lees de columns van onze cliëntondersteuners
Onze cliëntondersteuners Wet langdurige zorg, Thessa Busser en Jeroen Willemsen, geven de komende tijd een inkijkje in hun veelzijdige werk. In columns waarin af en toe een kwinkslag en wat filosofische reflectie niet ontbreken, delen ze persoonlijke verhalen waarin alle facetten van hun rol aan bod komen. Welke dilemma’s kom je tegen als onafhankelijk cliëntondersteuner – zowel ethisch als praktisch? En hoe balanceer je tussen regels, wensen en realiteit?
Deze keer de column ‘Hulp is onderweg’, door Thessa Busser.
Leestijd: 2 minuten.
Column: Hulp is onderweg 🐾
De geur van natte hond dringt steeds verder mijn neus in. Ik hoor gestommel in de gang, en het duurt even voordat de deur opengaat. Als ik binnenstap, wordt de lucht alleen maar sterker. Het beetje frisse lucht dat ik meebreng, is kansloos tegen de geur die me tegemoetkomt. Ik haal diep adem door mijn mond—een beproefde tactiek tegen een opkomende kokhalsreflex.
Achter meneer aanlopend bereik ik de woonkamer, waar ik word verwelkomd door drie grote honden die vrolijk tegen me opspringen. Hun staarten zwaaien enthousiast, hun vacht druipt. De bron van de geur is hiermee bevestigd: natte hond. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan dennengeur of vers gemaaid gras, maar ik ben hier niet voor mezelf.
Ik neem plaats op een stoel zonder leuningen in het midden van de kamer. Handig: mijn tas past precies op schoot. De vloer ligt vol hondenharen en het huis staat propvol spullen, alsof alles een plekje heeft gevonden, behalve een schoonmaakroutine.
Meneer vertelt dat hij hier nog maar kort woont, na jarenlang in een instelling te hebben verbleven. Hij wil graag hulp, en dat lijkt me geen overbodige luxe. “Het schiet niet op met de mentor,” zegt hij. Ik stel voor om contact op te nemen. Meneer stemt in en tekent het toestemmingsformulier. Terwijl ik mijn weg terug naar de deur baan tussen de losliggende voorwerpen, probeer ik zo min mogelijk aan te raken.
Later, in gesprek met de mentor, valt het kwartje. “Meneer was in de instelling erg ongelukkig”, vertelt ze me. Eerder vroeg ik me af waarom iemand in deze situatie zelfstandig zou mogen wonen. Maar nu hoor ik hoe zorgvuldig de beslissing is genomen: in overleg met collega’s en hulpverleners is gekeken naar wat voor meneer echt belangrijk is. De conclusie? Kwaliteit van leven woog zwaarder dan wonen in een instelling met direct beschikbare zorg.
Begeleiding in het geurige hondenhuis
Begeleiding is aangevraagd en gaat binnenkort van start. Mijn rol zit er voorlopig op. En hoewel ik opgelucht ben dat ik niet meer in het geurige hondenhuis hoef terug te keren, overheerst iets anders: vreugde. Vreugde dat deze meneer—met zijn honden, zijn spullen, en zijn wensen—zijn leven mag leiden zoals híj dat wil. Met de ondersteuning die daarbij past.
En die mentor? Die verdient een bedankje. Voor het luisteren. Voor het vertrouwen. En, ik geef het toe, ook een beetje voor het feit dat ik voorlopig niet meer op huisbezoek hoef.